donderdag 10 augustus 2023

De Amersfoortse Muur

Gisteren was ik met mijn vriend M. op bezoek bij mijn vader in Vinkeveen. We doen dit één keer per jaar. Vaker zie ik mijn vader dus niet. We telefoneren wel wekelijks. Na afloop, toen ik me nog één keer omgedraaid had en we het pad afliepen, voelde ik de tranen zwaar achter mijn ogen drukken. "Dit was toch erg moeilijk" zei ik M. toen we de oprit richting Hilversum opreden. "Waar zit 'm dat dan in?" vroeg hij. M. is een stuk nuchterder. 'Te nuchter' zegt hij weleens. Hij voelt dingen niet zoals ik en zijn broer en zus dat voelen. Dingen gebeuren nu eenmaal zoals ze gebeuren en het leven is nu eenmaal zoals het is. Het is niet zo dat hij geen inlevingsvermogen of compassie heeft. Hij geeft juist heel veel om zijn medemensen. Het is ook aan hem te danken dat ik überhaupt naar mijn geboortedorp afreis. Hij sleept me er als het ware naar toe. Hij kan zich alleen niet voorstellen wat er in mijn hoofd gebeurt, maar daar is hij op zich niet de enige in. Ik kon zelf ook moeilijk een antwoord op zijn vraag verwoorden.

"Het is onwerkelijk, surrealistisch, alsof het niet echt is ... ja en verdriet..." Veel verder kwam ik niet.

Het is zó raar om daar te zijn, de omgeving van mijn jeugd en van mijn eerste depressies, ontregelingen, gedempt met medicijnen die inmiddels uit de handel zijn, dingen die ik gewoon had te ondergaan, waar ik gewoon doorheen moest, alle toestanden in de familie, de kilometers fietsen of lopen om aan het dorp te ontsnappen, maar in de weilanden voorbij het dorp en in de omliggende gemeenten zag de wereld er nèt zo beangstigend uit en iedereen zag me, iedereen kende me en er waren er veel die vonden dat ik me maar een beetje aanstelde, hoeveel wist ik niet, maar vast véél meer dan die het zeiden of anderzins aan me lieten merken.

Eenmaal samen met Wil was het makkelijker om terug te keren en in het ouderlijk huis te slapen, alsof we een soort gezamelijk 'force field' om ons hadden. Een periode ging het goed, zolang zij maar bij me was, maar gaandeweg kwam die angst weer terug, zeker toen het slechter met haar begon te gaan, zeker toen ze het niet meer kon opbrengen om mee te gaan op bijvoorbeeld de verjaardag van mijn vader.
Maar zelfs toen we nog met zijn tweeën naar het westen reisden, was het alsof er bij Amersfoort een soort glazen muur was, waarachter de wereld koud en onecht was. Eenmaal terug op de A28 richting Zwolle, of wanneer de trein de Keistad verliet verdween dat gevoel, maakte plaats voor opluchting.
Het brandpunt is het ouderlijk huis. Het zijn niet zozeer de mensen, niet de vrienden, niet de familieleden, het is het decor dat me angst aanjaagt. Net als in nare dromen, waarin ik me bewust ben dat ik droom. Ik kan de inhoud van de droom beïnvloeden, mensen 'aardiger' denken, monsters in mooie vrouwen toveren, maar het decor veranderen lukt niet. Laatst heb ik geprobeerd door een muur van een gebouw waarin ik gevangen zat heen te lopen. Ik viel in een inktzwarte leegte.

Ja... leegte... de mensen uit mijn jeugd zijn dood of oud en grijs, huizen zijn afgebroken, verbouwd, of vervangen, reclameborden zijn geplaatst, eilandjes verzwolgen door het water van de plassen, dorpelingen vervangen door toeristen en mijn 89-jarige vader zit rustig te wachten tot hij aan de beurt is, totdat ook hij oplost in de tijd. Het land van de leuke herinneringen (die er wel degelijk ook zijn) raakt steeds verder uit zicht, wordt verdrongen door de nepwereld achter de Amersfoortse muur.

zondag 6 augustus 2023

ellebogen

Verder gaat het wel...